TV en online content 2021

Image
Afbeelding
TV and Online Content
Caption
TV and Online Content subsidieregeling van Creative Europe Media
Authors
Creative Europe MEDIA

TV en online content 2021

Subsidieregeling Creative Europe MEDIA voor de steun van de productie van tv-projecten en seriematige storytelling
Date(s)
MEDIA

Deze regeling steunt de productie van innovatieve en kwalitatief hoogstaande tv-projecten en seriematige storytelling zowel voor televisie als online. Deze producties zijn gericht op een divers publiek en gemaakt door Europese onafhankelijke productiebedrijven.

Het doel is het vergroten van de capaciteit van audiovisuele producenten. Dit door sterke projecten te ontwikkelen en te produceren, die een aanzienlijke potentie hebben om in heel Europa en daarbuiten te circuleren. Ook het vergemakkelijken van Europese en internationale coproducties binnen de televisie- en online-sector behoort tot de doelstellingen.  

Deze subsidieregeling is erop gericht de onafhankelijkheid van producenten ten opzichte van omroepen en digitale platforms te versterken. Daarnaast is deze regeling ook voor het verbeteren van de samenwerking tussen deelnemers in de markt. Dit is inclusief: onafhankelijke producenten, omroepen, digitale platforms en sales agents. De deelnemers komen uit verschillende landen die deelnemen aan het subprgramma MEDIA, met als doel kwalitatief hoogwaardige programma's te produceren die gericht zijn op een brede internationale distributie en bij een breed publiek worden gepromoot, met inbegrip van commerciële exploitatie in de multi-platform omgeving. Bijzondere aandacht wordt besteed aan projecten die qua inhoud en financiering innoverende aspecten vertonen en een duidelijk verband tonen met de beoogde distributiestrategieën.  

NB: Deze oproep bevat wijzigingen ten opzichte van de vorige oproep:  

  • Beperkingen betreffende seizoenen zijn opgeheven (ook voor documentaire en animatie);  

  • Vermindering van het minimumaantal omroepen om in aanmerking te komen: van 3 naar 2 omroepen;  

  • Verlaging van het minimumpercentage bevestigde financiering om in aanmerking te komen: van 50% naar 40%;  

  • Afschaffing van automatische punten in de toekenningscriteria, maar diversiteit in samenwerking en algehele kwaliteit worden sterker beoordeeld.  

Oproepnummer:  CREA-MEDIA-2021-TVONLINE
Totale budget: € 17.611.312
Deadline: 25 augustus 2021, 17.00 uur  

 

Wat zijn de verwachte resultaten?
  • Het verhogen van de kwalitatieve Europese (co)producties voor lineaire en niet-lineaire omroepen, die ook bedoeld zijn voor digitale platforms.
  • Het creëren van meer samenwerking tussen exploitanten uit verschillende landen die aan het subprogramma MEDIA deelnemen, inclusief omroepen.  
  • Het vergroten van het publiek voor Europese werken via lineaire en niet-lineaire uitzendingen, inclusief digitale platforms.
Welke activiteiten komen in aanmerking?

De subsidieregeling voor tv en online content steunt werken (dramafilm, animatie en documentaire) die bestemd zijn voor lineaire en niet-lineaire uitzendingen, waarbij het gaat om:

  • Sterke samenwerkingen tussen exploitanten uit verschillende landen die deelnemen aan het subprogramma MEDIA, inclusief omroepen.
  • Hoge toegevoegde creatieve/artistieke waarde en een breed grensoverschrijdend potentieel voor exploitatie, zodat een publiek op Europees en internationaal niveau bereikt wordt.  
  • Innovatieve aspecten in termen van inhoud en financiering, die een duidelijk verband laten zien met de beoogde distributiestrategieën.  

Speciale aandacht is er voor aanvragen die geschikte strategieën presenteren die zorgen voor een duurzamere en milieuvriendelijke industrie en die gendergelijkheid, inclusiviteit en diversiteit waarborgen.  

Aan welke vereisten moet mijn project voldoen?
  • De aanvragers zijn onafhankelijke Europese audiovisuele productiebedrijven.  
  • De projectleider (de coördinator) moet de meerderheidsproducent van het project zijn in termen van rechten. In het geval van een 50%-50% coproductie, moet de projectleider door de partner als gedelegeerd producent worden aangewezen.  

Concreet behelzen deze projecten:  

  • Alleen productieactiviteiten die bedoeld zijn voor televisie of online exploitatie komen in aanmerking. De volgende soort werken vallen hieronder:
    - Fictie (one-off of serie) met een totale duur van minimaal 90 minuten.
    - Animatie (one-off of serie) met een totale duur van ten minste 24 minuten.  
    - Creatieve documentaire (one-off of serie) met een totale duur van ten minste 50 minuten.  
  • De eerste dag van de hoofdopnamen (of de start van de animatie voor animatieprojecten) vindt plaats na de publicatiedatum van de subsidieoproep (3 juni).  
  • Het werk moet worden geproduceerd met aanzienlijke deelname van professionals die wonen in landen die deelnemen aan het subprogramma MEDIA.  
  • Aan het werk moeten ten minste twee omroeporganisaties uit twee MEDIA-landen verbonden zijn. Een 'omroepbedrijf' wordt beschouwd als een omroeporganisatie (aanbieder van lineaire audiovisuele mediadiensten) of on-demand audiovisuele mediadienst (aanbieder van niet-lineaire audiovisuele mediadiensten), zoals gedefinieerd in artikel 1, lid 1, van de richtlijn audiovisuele mediadiensten (DIR 2010/13/EU en DIR 2018/1808/EU tot wijziging van DIR 2010/13/EU). De betrokkenheid van de omroepen moet worden ondersteund door contracten of ondertekende bindende toezeggingsbrieven (LOC's), waarin de voorwaarden van hun financiële betrokkenheid,incl. de licentieprijs en de licentieperiode, worden gespecificeerd. Brieven waarin wordt toegezegd het werk eventueel te kopen zodra het is geproduceerd, worden niet beschouwd als bindende toezeggingsbrieven.  
  • De exploitatierechten, die in licentie zijn gegeven aan de omroeporganisaties die aan de productie deelnemen, moeten teruggegeven worden aan de producent na een maximale licentieperiode van:
    - 7 jaar indien de deelneming van de omroeporganisatie plaatsvindt in de vorm van een voorverkoop.
    - 10 jaar indien de deelneming van de omroeporganisatie ook de vorm heeft van een coproductie.  
  • Minimaal 40% van de financiering van het totale beoogde productiebudget moet worden gegarandeerd door financiering afkomstig van derden (hetzij door rechtstreekse financiering, hetzij door de verkoop van rechten vooraf). Financieringsbronnen van derden moeten worden aangetoond met recent ondertekende bindende brieven, waarin de titel van de actie, het exacte bedrag van de financiële bijdrage, de aard van de verkochte rechten en de licentieperiode worden vermeld. Bijdragen van omroepen, distributeurs, fondsen en investeerders in aandelenkapitaal worden beschouwd als financieringsbronnen van derden. Tax shelter kan alleen als financieringsbron van derden worden aanvaard, als dit wordt bevestigd door bewijsstukken van de bevoegde instanties. De eigen investering van de producent en de coproducent en de aangevraagde MEDIA-subsidie worden niet beschouwd als een financieringsbron van derden en tellen niet mee bij de berekening van het minimumpercentage van 40% van de financiering.  
  • Ten minste 50% van de totale geraamde financiering moet afkomstig zijn uit landen die deelnemen aan het MEDIA subprogramma.
  • Indien de actie door verschillende producenten wordt gecoproduceerd, moet bij de aanvraag een coproductiecontract (of deal-memo) worden gevoegd waarin het aandeel in de financiering, het aandeel in de rechten, het aandeel in de kosten en het aandeel in de inkomsten worden vermeld. Eenvoudige brieven waarin de financiële bijdrage van een coproducent wordt vermeld zonder verdere details betreffende de coproductieovereenkomst, zullen niet in aanmerking worden genomen.  

De volgende projecten komen niet in aanmerking:

  • Live-opnamen, tv-spelletjes, praatprogramma's, kookprogramma's, tijdschriften, tv-shows, reality-shows, educatieve programma's, lesprogramma's en "how to"-programma's.
  • Documentaires ter bevordering van het toerisme, "making-of", reportages, dierenreportages, nieuwsprogramma's en "docu-soaps".
  • Projecten met pornografisch of racistisch materiaal of waarin wordt gepleit voor geweld.
  • Werken met een promotioneel karakter.
  • Institutionele producties om een specifieke organisatie of haar activiteiten te promoten.
  • Muziekvideo's en videoclips.
  • Reeds door Eurimages gefinancierde projecten.
  • Producties die oorspronkelijk bedoeld waren als cinematografische werken (bijvoorbeeld waar meerdere theaterdistributeurs en/of een internationale sales agent betrokken zijn).  
Wat zijn de toekenningscriteria?


Ingediende projecten worden beoordeeld door externe experts en geselecteerd op basis van de volgende criteria, waarbij in totaal 100 punten kunnen worden toegekend. De kwaliteitsdrempel is 70 van de 100 punten.

1. Relevantie (30 punten)

1a) De Europese dimensie van de financiering van het project (15 punten):  
- Niveau van samenwerking tussen actoren uit verschillende landen.  
- Percentage niet-nationale financiering.
- Strategieën van de producent en geleverde inspanningen om de bevestigde financiering te behalen.  
- Originaliteit en innovatie van de financieringsstructuur.
- Geografische en taalkundige diversiteit van de betrokken partners, ook rekening houdend met de marktomvang.

1b) Europese coproductie (5 punten):  
- Bestaan van een Europese coproductie tussen twee productiebedrijven uit verschillende landen.
- Mate van samenwerking inzake creatieve aspecten.  
- Samenwerking tussen landen van verschillende marktomvang, met inbegrip van een partner uit LCC Groep A of Groep B, en verdeling van de MEDIA-subsidie onder coproducenten.  

1c) De adequaatheid van de strategieën die gepresenteerd worden voor het stimuleren van een duurzamere en milieubewuste industrie (5 punten).  

1d) De adequaatheid van de strategieën die gepresenteerd worden voor het bevorderen van diversiteit, inclusiviteit, de mate van representatie en gendergelijkheid in ofwel de inhoud van het project ofwel het managen van de activiteit (5 punten).

2. Kwaliteit van de inhoud en activiteiten (35 punten)

2a) De artistieke kwaliteit van het project (15 punten):  
- Innovatie, relevantie, originaliteit en algemene kwaliteit van het onderwerp/format/behandeling.
- Kwaliteit van de pitch/trailer.
- Voor het tweede en de daaropvolgende seizoenen van series: kwaliteit van de nieuwe ontwikkelingen in de verhalen en personages.

2b) De algemene kwaliteit en financiering van het project (5 punten):  
- De haalbaarheid van het project.
- Het potentieel om een jong en "digital native" publiek (kinderen, tieners en jonge volwassenen) te bereiken.  
- Het bevestigde publieksbereik via de betrokken omroepen.  

2c) Het potentieel om een publiek op Europees en internationaal niveau te bereiken (15 punten):  
- De transnationale aantrekkingskracht van het concept/onderwerp van het werk.  
- De adequaatheid van het budget ten opzichte van het type project.
- De coherentie tussen de begroting en de financiering.

3. Verspreiding van de projectresultaten, effect en duurzaamheid (30 punten)

3a) De kwaliteit van de betrokkenheid van de distributeur (10 punten):  
- De ervaring en trackrecord van de distributeur die bij soortgelijke projecten betrokken is.  
- Financiële betrokkenheid en het risico dat de distributeur neemt (dat wil zeggen bedrag van MG).
- Indien van toepassing en indien de productiemaatschappij als distributeur optreedt: ervaring en trackrecord van de producent als distributeur.
- De adequaatheid van het promotiebudget.

3b) De kwaliteit van de distributiestrategie (15 punten):  
- De coherentie en relevantie van de distributiestrategie.
- De adequaatheid van de strategie in relatie tot de aard van het werk.
- De coherentie van de schattingen van de verkoop.
- Het aantal omroepen dat geïnteresseerd is in de aankoop van het werk.  

3c) De kwaliteit van de promotie- en marketingstrategie (5 punten):  
- De coherentie en relevantie van de promotie- en marketingstrategieën die zijn ontwikkeld om het project bij het publiek te promoten.
- Business-to-consumer (B2C) marketingstrategieën en innovatieve promotiestrategieën om het publiek te bereiken, inclusief strategieën voor promotie via internet en sociale media.

4. Kwaliteit van het projectteam (5 punten)
De verdeling van de rollen en verantwoordelijkheden van het productie- en creatief team. Dit is inclusief de adequaatheid van de samenwerking in verhouding tot de doelstellingen van het project. Voor animatieprojecten wordt de locatie van het animatiewerk beoordeeld om zo het gebruik van Europese studio's aan te moedigen.  

Hoeveel geld kan ik aanvragen?

In totaal is er een budget beschikbaar van € 17.611.312. De financiële bijdrage voor de cofinanciering van een tv of online content productie is maximaal 15% van de totale kosten. Er worden in totaal ongeveer 60 initiatieven gesteund.

- Voor creatieve documentaires is de financiële bijdrage maximaal € 300.000.  
- Voor animatiefilms is de financiële bijdrage maximaal € 500.000.  
- Voor dramaproducties is de financiële bijdrage maximaal:

  • 500.000 euro als het subsidiabele productiebudget minder dan 10 miljoen euro bedraagt.  
  • 1 miljoen euro als het subsidiabele productiebudget tussen 10 miljoen en 20 miljoen euro ligt
  • 2 miljoen euro als het subsidiabele productiebudget meer dan 20 miljoen euro bedraagt.  
Wat is de tijdlijn?

Deadline van indiening

woensdag 25 augustus 2021, 17:00, Brusselse tijd

Evaluatieperiode

september 2021 – februari 2022

Aanvragers geïnformeerd over uitslag

februari 2022

Tekenen van contract

maart – mei 2022

Startdatum actie  

Na het ondertekenen van het contract

Duur van activiteit

24 of 36 maanden als het een serie van meer dan 2 afleveringen is

Hoe kan ik een aanvraag doen?


Klik hier voor de gehele call voor TV en online content op de Funding & Tending portal van de Europese Commissie. Klik hier voor algemene informatie over het doen van een aanvraag bij Creative Europe.


Wilt u een aanvraag indienen of meer informatie over deze oproep, neem dan contact op met de Creative Europe Desk NL/MEDIA via 020-61 64 225 of via MEDIA@creativeeuropedesk.nl